Edit Content

Volg ons

Hoe duur was de suiker?

4de Editie Collegetour | 14 DECEMBER 2021​

De West-Indische Compagnie (1621-1792)

Een particuliere Nederlandse handelsonderneming met een monopolie op de overzeese handel in het door de Staten-Generaal vastgestelde octrooigebied; met name de trans-Atlantische driehoekshandel op West-Afrika, de Cariben en Noord- en Zuid-Amerika.

Het begin van de koloniale expansie in de West

Het begin van de Nederlandse expansie, voor en tijdens de WIC in Nederlands-Brazilië, de betrokkenheid van Rotterdam en de start van de trans-Atlantische slavenhandel vanuit Elmina (Ghana).  

 

Maandelijks worden studenten van Albeda, Zadkine, Hogeschool Rotterdam en andere geïnteresseerden in Theater Zuidplein bijgepraat door historici over het Rotterdamse koloniale en slavernijverleden. Onder leiding van Hasna El Maroudi is er volop gelegenheid voor een inspirerende dialoog met de zaal maar ook via deze site of op tv via Open Rotterdam kunt u de collegetour volgen of terugkijken. 

4a. Hoe duur was de suiker?

Hoe zag het begin van de koloniale expansie in het Atlantisch gebied eruit? Daarover gaat presentator Hasna El Maroudi in gesprek met historicus Erik Odegard. Hij geeft een college over de periode 1610-1683 en de lessen die Nederland trok uit de verovering van het noordoosten van Brazilië. De aflevering wordt afgesloten door storyteller en spoken-word-artiest Britney Lindo.

Erik Odegard: ‘Meedoen aan mensenhandel en slavernij was een weloverwogen keuze’

Erik Odegard is historicus aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. In vogelvlucht neemt hij de kijker mee door de voorgeschiedenis waarin Nederland betrokken raakt bij slavernij. Die begint niet in Suriname of in de Cariben, maar in Brazilië.

Uit bronnen blijkt dat Nederlandse reders al betrokken raakten bij slavenhandel toen de suikercultivatie in Portugees-Brazilië sterk in ontwikkeling was. Als in 1621 de West-Indische Compagnie wordt opgericht ontstaat ook het Groot Desseyn, een plan om de Portugese kolonies aan de westkust van Afrika en de oostkust van Zuid-Amerika te veroveren en daar een handel op te zetten vergelijkbaar met de handel in Oost-Indië. Na een mislukte poging in 1624 wordt in 1630 het noordoosten van Brazilië ingenomen. Later worden ook Luanda in Angola en Elmina in het huidige Ghana veroverd, twee belangrijke punten waar vanuit tot slaaf gemaakte Afrikanen naar Brazilië worden verscheept om daar in de suikerrietvelden te werken.

Misconcepties
History Matters wordt gemaakt in samenwerking met studenten van Zadkine, Albeda en Hogeschool Rotterdam. Student Breana Bute wil weten of er misconcepties bestaan over de rol van Brazilië in het koloniale project. Odegard vertelt dat in oudere literatuur nog weleens de indruk wordt gewekt dat slavernij de WIC is overkomen, maar dat dit absoluut geen verrassing was. “Men weet dat heel goed, dat is het hele plan”, aldus Odegard. “Ik denk dat dit een heel belangrijk punt is. Het is al vanaf het begin een keuze om het systeem zo intact mogelijk te veroveren en het is een heel bewust en weloverwogen keuze om aan mensenhandel en slavernij te doen.”

In zijn college laat Odegard de inventaris zien van een suikermolen die in handen is van een Nederlandse eigenaar. Op de lijst staan ook de mensen die hij in eigendom had en met wat voor brandmerk zij waren gemerkt. “Het opbouwen en controleren van die suikerproducerende kolonie betekent ook dat er voor het eerst in het Nederlands-Atlantisch gebied een slavensamenleving wordt opgebouwd”, legt hij uit. “Er komen regels voor hoe eigenaars kunnen omgaan met de mensen die zij hebben gekocht. Dit is allemaal voor het eerst in de Nederlands-Atlantische wereld en dit zijn ook de soort systemen die later in Suriname opnieuw moeten worden ingevoerd. Dit soort wetgeving is nodig om dit systeem te kunnen draaien.”

Kunst
Odegard laat zien dat graaf Johan Maurits van Nassau, de bekendste gouverneur van Nederlands-Brazilië een grote rol heeft gespeeld bij de beeldvorming van wat er in Brazilië is gebeurd. Hij laat een afbeelding zien van een tot slaaf gemaakte vrouw en haar kind met een brandmerk op haar linkerborst. De vrouw is onderdeel van de hofhouding van Johan Maurits. Op een andere afbeelding van de vrouw met kind, een schilderij gemaakt in opdracht van het hof, blijft het brandmerk buiten beeld. “Het is vooral dat deel van een eigenlijk vrij korte periode van het bestuur van Johan Maurits dat eeuwenlang ons beeld van die hele kolonie heeft bepaald”, aldus Odegard.

Het hof stond lange tijd bekend als de plek waar kunst werd geproduceerd en waar onderzoek werd gedaan. “Dan wordt de aandacht afgeleid van het feit dat dit de eerste Nederlandse plantagekolonie in Atlantisch gebied is waar al die belangrijke zaken van de Portugezen moeten worden overgenomen of opnieuw moeten worden bedacht”, betoogt Odegard. “Namelijk, hoe zorg je dat je een samenleving, die helemaal draait op onvrije mensen, in stand kunt houden met een kleine minderheid? Dus ik zou in het vervolg pleiten voor dat we ons in onze aandacht voor Brazilië meer daarop richten en wat minder op de kunst en artistieke uitingen.”

Erfenissen
In 1654 eindigt de Nederlandse periode in Brazilië, maar een aantal erfenissen uit deze tijd leven voort. “Nederlandse investeerders, voormalige planters die uit Brazilië zijn weggetrokken, gaan op zoek naar nieuwe Braziliës en zo wordt het ook gepresenteerd in de bronnen”, legt Odegard uit. “Dus als Suriname in de jaren ‘60 wordt veroverd door een Zeeuws eskader wordt dat gezien als: ‘dit kan een nieuw Brazilië zijn’.”

Naast dat Nederlanders in andere gebieden vergelijkbare samenlevingen proberen op te bouwen, is de ervaring uit Brazilië bepalend voor hoe de WIC met Curaçao omgaat. Het eiland wordt een belangrijk handelscentrum voor het aanleveren van mensen in slavernij aan de Spaanse kolonies. Tot slot noemt hij de rol van Elmina dat tot in de jaren ‘70 van de 19e eeuw in Nederlandse handen blijft. “Dit wordt een van de centra van de Nederlandse handel in tot slaaf gemaakte Afrikanen in de eeuwen na Brazilië. Dus Brazilië gaat verloren, maar je ziet de erfenis ervan doorwerken in Nederlandse activiteiten in het Atlantisch gebied tot diep in de 18e eeuw.”

 

4b. Hoe duur was de suiker?

Welke iconen en verhalen ontbreken in onze geschiedenisboeken? Theatermaker Geoffrey van der Ven vertelt in het tweede deel van aflevering 4 van History Matters een verhaal dat maar weinig mensen in Nederland kennen. Hij vertelt over de geschiedenis van de koninkrijken Kongo, Ndongo en Matamba en doet dit aan de hand van de levensloop van Nzinga Mbande. Zij was de dochter van een 17e eeuwse koning die later zelf koning werd. De aflevering wordt afgesloten met een voordracht van storyteller Britney Lindo.

Geoffrey van der Ven: ‘Als je niet op zoek gaat, kom je de echte verhalen niet tegen’

Geoffrey van der Ven is theatermaker en spoken word-artiest met een focus op bipoc- (Black, Indigenous, People Of Color) en lhbti+-verhalen. Hij wil met zijn werk het Afrikaanse perspectief tonen en iets toevoegen aan het narratief van hoe de wereld naar Afrika kijkt. “Ik ben zelf half-Nederlands en half-Nigeriaans”, vertelt hij. “Dus ik krijg van kinds af aan al veel mee over Nigeria, de tradities daar en hoe we dingen doen. Ik merkte best vroeg al dat hierover heel weinig is geschreven.”

Van der Ven merkt in zijn onderzoek dat er vooral weinig bekend is over de Afrikaanse lhbti-geschiedenis. “Een hele rijke geschiedenis aan lhbti-iconen, leiders en activisten waar we het nooit over hebben, ook niet binnen Afrika. En dat leidt tot een vertekend beeld van wat wij denken dat onze relatie met lhbti is in Afrika. Daar wilde ik aan bijdragen.”

Koning
In een kort college vertelt Van der Ven over de geschiedenis van de koninkrijken Kongo, Ndongo en Matamba, dat zich uitstrekte over het gebied dat nu uit delen van Angola, de Republiek Congo en de Democratische Republiek Congo bestaat. Van der Ven doet het verhaal van Nzinga Mbande uit de doeken, een vrouw die in 1624 koning werd van het koninkrijk Ndongo en later ook van Matamba. Het was een vrouw die genderbinaire termen oversteeg. Ze antwoordde alleen op de titel ‘koning’, had een harem van mannen om haar heen en een team van vrouwelijke bodyguards. Terwijl ze haar troepen leidde in de strijd tegen de Portugezen droeg ze zowel mannelijke als vrouwelijke kleding.

Nzinga heeft bijna 40 jaar lang een kat-en-muisspel gespeeld met de Portugezen. Van der Ven: “Ze maakte op strategische wijze keuzes wanneer ze aanviel, wanneer ze onderhandelde, wanneer ze zich terugtrok om nieuwe plannen te maken en wanneer ze samenwerkingen zocht met verschillende groeperingen waaronder de Nederlanders.”

Dubbel
Koning Nzinga werkte waar nodig samen met koloniale overheersers en maakte zelf ook gebruik van tot slaaf gemaakte mensen. Dit maakt haar tot een historisch figuur met twee kanten. “Iemand die heel goed wist hoe ze het spelletje kon spelen. Ze kwam erachter dat ze met slaven geld kon maken en dat als er iemand in slaven handelde, het dan een Afrikaan zelf zou zijn”, aldus Van der Ven. “Aan de ene kant zou ik zeggen: dat is jammer. Maar van de andere kant was ze heel slim en is ze omgegaan met de tools die ze had. En jammer genoeg waren tot slaaf gemaakten er daar een van.”

Het is voor Van der Ven belangrijk dat ook deze verhalen worden verteld. “Het is lang geleden, maar tegelijkertijd is wat toen gebeurde heel erg vormend voor hoe we nu naar de wereld kijken”, legt hij uit. “Ik kan met mijn vriend en als ik later kinderen heb, niet veilig naar Nigeria gaan omdat we met deze kijk op de geschiedenis denken dat homo zijn verkeerd is. Terwijl als ze lang genoeg terugkijken, zien dat het ooit normaal was.”

Studenten
Van der Ven houdt zijn college met passie en gevoel voor theater. Voor student Breana Bute, die meewerkt aan History Matters, werkt deze manier van ‘geschiedenisles’ heel goed. “Het heeft me meegesleept”, reageert ze. ‘Ik was helemaal geabsorbeerd. Het komt binnen en het maakt het een leuke manier van leren. Dat vind ik zelf heel belangrijk.”

Bute wil van Van der Ven weten hoe hij kijkt naar mond-op-mondgeschiedenis versus ‘traditionele geschiedschrijving’. “Ik vind het leuk dat je traditionele geschiedschrijving zegt, want mond-op-mond is volgens mij de traditie of kwam eerder”, reageert hij. “Ik hoor momenteel nog steeds de geschiedenis van Nigeria door verhalen die verteld worden. Dat is jarenlang zo geweest. Overal werden zo verhalen overgedragen. Ik vind dat prachtig en vind dat dit ook een plek verdient in de geschiedenis.”

El Maroudi merkt op dat feitelijkheid ook belangrijk is, juist bij geschreven geschiedenis. “Je bent je bewust van wat er gebeurt. Dat hoort bij de fragiliteit van geschiedenis vertellen”, reageert Van der Ven. “Ze moeten beiden kunnen bestaan. Misschien dat er veel details veranderen, maar de grote lijnen blijven en de lessen daardoor ook.”

Deel deze aflevering:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email