Edit Content

Volg ons

De start van het koloniale project: FOMO?

2de Editie Collegetour | 26 OKTOBER 2021​

Rotterdam

Economie als drijvende kracht achter slavernij

In editie #2 zijn te gast: historicus Gerhard de Kok, historicus Karwan Fatah-Black en  spoken word artiest en voormalig stadsdichter van Rotterdam Dean Bowen.

In de lezing van Gerhard de Kok gaan we terug naar het begin van de Nederlandse betrokkenheid bij het kolonialisme en de slavenhandel, vanuit een economisch perspectief. In de college van Karwan Fatah-Black staat de morele verantwoording centraal van het koloniale project waarbij de focus verschuift van het economisch perspectief naar het culturele.

Dean was tot 2021 de stadsdichter van Rotterdam. Hij schreef de bundel Bokman en Ik vond geen spoken in Achtmaal. Ook schreef hij een gedicht voor het derde boek van de trilogie over het Rotterdamse koloniale en slavernijverleden.

2a. De koloniale geschiedenis is ook een Rotterdams verhaal ​​

Hoe zag de start van het koloniale project van Rotterdam eruit? In het eerste deel van aflevering 2 van History Matters gaat presentator Hasna El Maroudi hierover in gesprek met historicus en bedrijfseconoom Gerhard de Kok die ook een kort college geeft. Spoken word-artiest en voormalig stadsdichter Dean Bowen laat met zijn bijdrage ‘Aan allen die zich hier bevinden’ voelen wat de erfenissen zijn van de koloniale geschiedenis.

Gerhard de Kok: ‘De koloniale geschiedenis is ook een Rotterdams verhaal’

Gerhard de Kok is historicus, bedrijfseconoom en universitair docent aan de Universiteit van Leiden en heeft onderzoek gedaan naar het koloniale verleden van Rotterdam. In zijn college neemt hij de kijker mee naar de periode rond het jaar 1600. “De wereld buiten Europa was toen door Europeanen verdeeld”, vertelt hij. Op een kaart laat hij zien dat Afrika, een stukje van Zuid-Amerika en een stukje van Azië tot de Portugese invloedssfeer behoorden en het deel daarbuiten Spaans was. “Nederlanders waren toen in oorlog met Spanje en Portugal. In 1590 ging die oorlog best wel goed voor Nederland en kwam er de mogelijkheid om vanuit hier schepen de wereld over te sturen. Ook vanuit Rotterdam.”

Specerijen
De Kok geeft het voorbeeld van Olivier van Noort die als eerste Nederlander de wereld rondvoer in 1598. Ook vertelt hij dat immigranten uit Zuid-Nederland, uit plaatsen zoals Mechelen en Antwerpen, richting het noorden verhuisden en zich onder andere vestigden in Rotterdam. Zij investeerden in reizen om de wereld, zoals die van Van Noort. Deze wildgroei van nieuwe ondernemingen die schepen naar Azië stuurden, leidde uiteindelijk tot het ontstaan van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). “Het doel van die VOC was om de controle te krijgen op de specerijenhandel tussen Azië en Europa.”, aldus De Kok.

Rotterdam had ervaring in de lucratieve specerijenhandel en kreeg daarom een eigen kamer in de VOC, oftewel een lokale afdeling. “Een relatief kleine kamer”, legt De Kok uit. “Dat komt doordat Rotterdam in 1600 eigenlijk nog niet zo’n grote stad was. Zeker niet de tweede stad van Nederland. Maar de VOC werd zo groot dat zelfs die kleine kamer belangrijk werd voor de Rotterdamse economie. En ook andersom.”

WIC
In zijn college noemt De Kok een aantal bekende namen, zoals die van Johan van der Veeken die betrokken was bij de oprichting van de VOC-kamer in Rotterdam en wiens beeltenis nog steeds te zien is op het Rotterdamse stadhuis. Hij noemt Jacques l‘Hermite die in 1612 opperde om oorlog te voeren tegen de lokale bevolking op de Banda-eilanden om complete controle te krijgen over de kruidnagel, de gedroogde bloemknop van een plant die nergens anders groeide. Ook noemt hij Jan Pieterszoon Coen die dit plan uiteindelijk uitvoerde en in 1621 op gewelddadige wijze het handelsmonopolie op kruidnagel verkreeg.

In hetzelfde jaar werd ook de West Indische Compagnie (WIC) opgericht. “Een soort tegenhanger van de VOC, maar dan voor het Atlantisch gebied”, aldus De Kok. Ook in de WIC kreeg Rotterdam door inmenging van het Rotterdamse stadsbestuur een eigen kamer.

De WIC veroverde een deel van Brazilië dat destijds een Portugese kolonie was waar slavenarbeid werd gebruikt om suiker te produceren. “Toen de Nederlanders een deel van die kolonie in bezit namen, hadden ze opeens een rijk met slavenarbeid dat ook afhankelijk was van de aanvoer van mensen uit Afrika om te werken op die plantages”, vertelt de Kok. “Nederland nam dat hele systeem eigenlijk vrij geruisloos over.”

Rotterdam
Hoewel Nederlands-Brazilië na 25 jaar werd terugveroverd door Portugal, was dit systeem een blauwdruk voor het koloniale stelsel dat Nederland in Suriname stichtte. De Kok: “Suriname was wél succesvol en dat brengt me bij de volgende vraag: Is Rotterdam rijk geworden van slavernij en kolonialisme?” Hij legt uit die vraag niet eenvoudig is te beantwoorden.“Wat we wel kunnen zeggen, is dat die omzet van de slavenhandel en slavernij zich als een olievlek uitspreidde over de stad.”

Dit betekent volgens De Kok dat heel veel gewone Rotterdammers, van bakkers tot timmerlieden, er geld aan verdienden. “Die werden er niet per se rijk van, maar die verdienden er wel een boterham aan en hadden er dus iets mee te maken. Er zijn in Rotterdam misschien niet zoveel grachtenpanden meer over als in Amsterdam, maar heel veel mensen die met dat koloniale project bezig waren, waren gewone Rotterdammers. En dat vind ik het interessante. Dat laat zien dat die koloniale geschiedenis een Rotterdams verhaal is en dat koloniale geschiedenis, Rotterdamse geschiedenis is.”

Waar het koloniale verleden ook nog is terug te zien, is in de keukenkastjes van vrijwel elke Nederlander. Studenten van Zadkine, Albeda en Hogeschool Rotterdam werken mee aan History Matters en en gingen voor deze aflevering op wereldreis in hun eigen keuken. “Ik heb vandaag aardappelen meegenomen”, vertelt student Juwon Saunders in een kort videofragment gemaakt door omroep OPEN Rotterdam. “Dat is toch iets dat bekend staat als iets Nederlands, maar het komt eigenlijk uit Zuid-Amerika.” Saunders geeft aan dat hij hier nooit eerder bij had stilgestaan. “Eigenlijk nooit. Ik dacht, ik eet gewoon lekker m’n aardappelen. Of ik maak er patat van of zo. Nu dat ik het weet, ga je verder nadenken.”

2b. De koloniale geschiedenis is ook een Rotterdams verhaal ​​

Het economische perspectief uit het eerste deel van aflevering 2 van History Matters, maakt in dit deel plaats voor het culturele perspectief. Presentator Hasna El Maroudi gaat in gesprek met historicus Karwan Fatah-Black die een college geeft over de morele verantwoording van het koloniale project. Daarnaast draagt voormalig stadsdichter Dean Bowen spoken-word voor over de erfenissen van de koloniale geschiedenis.

Karwan Fatah-Black: ‘Slavernij gaat altijd over veel meer dan alleen maar geld verdienen’

Karwan Fatah-Black is als docent verbonden aan de Universiteit van Leiden en is expert op het gebied van het slavernijverleden. “Ik wil het vandaag hebben over de mentaliteit die schuilgaat achter het slaven maken, het mensen in slavernij houden en het goedpraten van een wereld die was onderverdeeld in witte eigenaren en slaaf gemaakten van Afrikaanse afkomst”, legt hij uit. “Dat is een geschiedenis die gaat over veel meer dan alleen maar economische uitbuiting.

Volgens Fatah-Black is de zuiver economische en rationele blik, een beperkte blik op de drijfveren achter deze geschiedenis. “Ik denk dat we het ook moeten hebben over de mentaliteit van heerszucht en wat voor keuzes die veroorzaakt heeft”, legt hij uit. “Slavernij gaat altijd over veel meer dan alleen maar geld verdienen. De wens om iemand anders tot slaaf te maken en de wens om iemand anders onder controle te houden brengt veel meer dan economisch gewin”.

Hij legt uit dat veel slavernijsystemen uit de geschiedenis helemaal niet winstgevend waren en dat arbeid niet altijd het hoofdmotief was. “De meeste mensen die in slavernij werden gehouden, waren vrouwen en zij werden door mannen in slavernij gehouden. Dat ging niet alleen maar over geld verdienen. Dat ging over macht en controle. En daar moeten we het denk ik ook over hebben.”

Beschaving
In een kort college neemt Fatah-Black de kijker mee naar de tijd van de koning van Spanje, Karel de Vijfde, die ook heer der Nederlanden was. Karel de Vijfde was de eerste die grote contracten liet afsluiten voor transatlantische mensenhandel. “Meteen in het begin van dat project van Karel de Vijfde zit ook het willen kerstenen van degenen die tot slaaf gemaakt worden”, vertelt Fatah-Black. “Hij bemoeit zich met het sluiten van de contracten om mensen de oceaan over te voeren en met dat mensen vervolgens in de buurt van het Christendom gebracht moeten worden. Dus de slavernij is geen zonde en een fout maar slavernij is een weg naar de bevrijding van de ziel van deze mensen.”

Kerstening is volgens Fatah-Black een belangrijk element in de mentaliteit van koloniale heersers die door de geschiedenis heen steeds opnieuw zichtbaar is. Aan de hand van een aantal voorbeelden laat hij zien dat slavernij ook na de afschaffing ervan nog werd afgebeeld als de weg naar beschaving.

Zo ook in een ontwerptekening van de Gouden Koets die bijna drie decennia na de afschaffing van de slavernij werd gemaakt, bedoeld om de koloniën te verbeelden. “Om te laten zien, dit is West-Indië: bijna naakte mensen, hardwerkend, onderdanig, blij om kennis te ontvangen. En aan de andere kant: Oost-indië met loyale prinsen die zorgen dat de goederen worden aangevoerd”, beschrijft hij. “Er is een superioriteit en er is een weg naar de beschaving. Er is slavernij, er is onderdanigheid. Zwarte mensen zijn primitief maar kunnen dankzij deze interventie wel naar een hoger niveau worden gebracht. Op die manier zie je de hardnekkigheid van die beelden die ontstaan zijn in de tijd van slavernij en de manier waarop ze zijn geproduceerd.”

Doorwerking
Na afloop van het college bespreken El Maroudi en Fatah-Black hoe de morele rechtvaardiging doorwerkt in het heden, bijvoorbeeld in het huidige racismedebat en in de manier waarop er naar de geschiedenis wordt gekeken. Fatah-Black haalt een onderzoek aan uit Groot-Brittannië waaruit blijkt dat de Nederlanders positiever terugkijken op de koloniale geschiedenis dan bijvoorbeeld de Britten. Hij stelt dat we ons moeten afvragen welk nieuw verhaal we willen vertellen over die periode. “Het feit dat slavernij is afgeschaft, is natuurlijk enorme winst voor de mensheid. Maar welk verhaal willen we daar dan over dan vertellen? Dan moeten we het ook hebben over dat het erfenissen heeft nagelaten en hoe het tot stand is gekomen. Dat is het echte gesprek.”

History Matters wordt gemaakt in samenwerking met studenten van Albeda, Zadkine en Hogeschool Rotterdam. Student Deniz wil weten wat er is veranderd wat betreft de morele rol van Nederland in de internationale handel van goederen en diensten. Als voorbeeld geeft Fatah-Black het WK voetbal in Qatar. “We moeten opletten dat we niet in die groef schieten van ‘wij bedoelen het goed en het is maar goed dat we iets in Qatar doen want dan verbeteren de omstandigheden’, terwijl er niets is wat daarop wijst”, reageert hij. Volgens Fatah-Black gaat het wel beter dan voorheen. “Slavernij is afgeschaft. Er zijn wetten en regels om het te bestrijden, er zijn betere ideeën over hoe je dat kunt doen zonder een land binnen te vallen. Maar we moeten wel letten op wat er gebeurt in de productieketens.”

Deel deze aflevering:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email